De Coördinatenbalk gebruiken

Gebruik de Coördinatenbalk wanneer u bepaalde waarden voor een object exact wilt afmeten, zoals de straal van een cirkel, de hoek van een muur, de straal van een halve bol of de hoogte van een geëxtrudeerde rechthoek. Welke velden in de Coördinatenbalk beschikbaar zijn, hangt af van het geselecteerde gereedschap, de handeling die u uitvoert en het huidige aanzicht van de tekening.

De locatie en weergaveopties van de Coördinatenbalk kunnen aangepast worden via het menu Venster > Instellingen coordinatenbalk of via de menuknop Instellingen coördinatenbalk rechts in de Methodebalk (zie Instellingen Coördinatenbalk en Bewerk groep). Als de zwevende coördinatenbalk is ingeschakeld, verschijnt deze langs de cursor. Als de vaste coördinatenbalk is ingeschakeld, verschijnt deze in de Methodebalk.

Basic100063.png 

Basic100066.png 

De gegevens die u hier terugvindt zijn de coördinaten van de voorvertoning die in de tekenzone verschijnt wanneer u een object aan het tekenen bent. De coördinaten worden berekend ten opzichte van het zwevend nulpunt, indien dit aanwezig is, zoniet zijn het vaste waarden. In de onderstaande tabel vindt u de meest voorkomende velden van de Coördinatenbalk, andere velden worden besproken bij de overeenstemmende onderwerpen in de handleiding.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Tekenen m.b.v. de Coördinatenbalk

Instellingen Coördinatenbalk en Bewerk groep