U vindt het gereedschap Bepaal werkvlak in de set 3D modelleren.
Met dit gereedschap kunt u de positie en de rotatiehoek van het werkvlak bepalen. Het werkvlak kan op elke plaats in de 3D-ruimte komen te liggen.
Dubbelklik op het gereedschap Bepaal werkvlak om het werkvlak met het ontwerplaagvlak te laten samenvallen. Dubbelklik op een ruimtelijk object om het werkvlak te activeren waarop het object werd gecreëerd.
Als u het gereedschap Bepaal werkvlak selecteert, verschijnen volgende methodes in de Methodebalk:
Methode |
Omschrijving |
D.m.v. 3 punten |
Kies deze methode om de positie van het werkvlak te bepalen door middel van drie punten in het XYZ-vlak of drie punten van een bestaand gerenderd vlak. |
D.m.v. vlak oppervlak |
Selecteer deze methode om het werkvlak uit te lijnen op een objectoppervlak (evenwijdig) of een NURBS-curve (het werkvlak wordt loodrecht op de raaklijn van het aangeklikte punt geplaatst). |
Zodra de positie van het werkvlak bepaald is, verschijnt ‘Werkvlak’ als het Actieve vlak in de weergavebalk. Indien u dit wenst, kunt u deze positie bewaren (zie Werkvlakcommando’s).
Het werkvlak kan snel bepaald worden dankzij de automatische werkvlakselectie. Klik rechts op het automatische werkvlak en selecteer het commando Bepaal werkvlak in het contextmenu (of selecteer Bewerk > Werkvlak > Bepaal werkvlak). Het werkvlak wordt ingevoegd op de plaats van het automatische werkvlak en wordt geselecteerd.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~