In Vectorworks Architectuur en Vectorworks Landschap kunt u communiceren met externe databases via ODBC (Open Database Connectivity). Via ODBC kunt u aan de hand van een database automatisch records (inclusief IFC- en COBie-records) van objecten bijwerken. Ook omgekeerd is het mogelijk aan de hand van objectgegevens in Vectorworks de database bij te werken.
Om ODBC te gebruiken in Vectorworks hebt u een databasebeheersysteem nodig en dient u bepaalde stappen te volgen om de verbinding op te zetten en de gegevensstroom te beheren.
SQLite is een databasemanagementsysteem dat gebruik maakt van SQL. In tegenstelling tot de meeste andere SQL-databases heeft SQLite geen apart serverproces. SQLite leest en schrijft rechtstreeks naar gewone bestanden. Een complete SQL-database met tabellen, indexen, operatoren en weergaven is beschikbaar in één enkel bestand.
1. Configureer en stel gegevens in met het databaseprogramma van uw keuze. In Vectorworks kunt u een koppeling maken met volgende databasesystemen:
● Microsoft Excel
● FileMaker Pro
● Microsoft Access
● MySQL
● SQLite*
● Elke database die ODBC ondersteunt en beschikt over Mac- of Windows-drivers
Database- en/of besturingssystemen omvatten meestal een apart ODBC-administratie- of beheerprogramma met stuurprogramma’s en gegevensbronnen. Mogelijk dient u stuurprogramma’s te installeren. Zie Informatie over ODBC-drivers.
Hoe u databasesystemen installeert, configureert en gebruikt, valt buiten het bestek van dit hulpsysteem en wordt hier niet beschreven. Raadpleeg hiervoor de documentatie van uw besturingssysteem of databasesoftware.
*SQLite databasebestanden vereisen geen ODBC-beheersysteem of -server. Zie sqlite.org voor meer informatie over SQLite.
2. Stel de verbinding in tussen Vectorworks en het databasesysteem. Geïndexeerde kolommen met unieke waarden worden aangeduid om de communicatie tussen het databasesysteem en de records in Vectorworks te leggen en te onderhouden.
3. Definieer het type verbinding tussen de database en de records van de objecttypes.
4. Bepaal voor elk objecttype welke objecten u wenst te koppelen en verbindt ze met een rij in de databasetabel.
5. Wanneer de verbindingen zijn gelegd, bepaal dan de instellingen om de records in Vectorworks bij te werken vanuit de database en om de database bij te werken vanuit de records in Vectorworks. Deze communicatie in twee richtingen kunt u automatiseren.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~