Verzamel onderdelen

Geef hier aan of de objecten op alle lagen en/of klassen geanalyseerd moeten worden of indien enkel de objecten van bepaalde lagen en klassen opgenomen moeten worden in de berekeningen. Selecteer in dit laatste geval de optie Op specifieke lagen en klik vervolgens op de knop Lagen om de gewenste lagen aan te duiden in het dialoogvenster 'Lagen selecteren'. Doe hetzelfde voor de klassen als u enkel objecten in bepaalde klassen wilt laten opnemen in de berekening.

Schildelen

Hier ziet u van de verschillende schildelen het aantal (op/in de geselecteerde lagen en klassen) dat wordt opgenomen in de energieberekening.

Bewerk lijst met schildelen

Klik hier om het dialoogvenster 'Bewerk lijst met schildelen' te openen en de lijst te bewerken.

Ruimten

Totale geconditioneerde vloeroppervlakte

Automatische berekening

Bereken de geconditioneerde vloeroppervlakte op basis van de ruimten in de tekening (enkel van/op de geselecteerde klassen/lagen).

Manuele invoer

Vul zelf een waarde in voor de geconditioneerde vloeroppervlakte.

Beschermd volume

Automatische berekening

Bereken het beschermd volume op basis van de ruimten in de tekening (enkel van/op de geselecteerde klassen/lagen).

Manuele invoer

Vul zelf een waarde in voor het beschermd volume.

Bewerk ruimten

Klik hier om het dialoogvenster 'Bewerk ruimten' te openen en de lijst te bewerken.

Lijst met schildelen

Schakel de weergave van bepaalde schildelen in de lijst aan of uit. Hiermee beïnvloedt u enkel de inhoud van de lijst, niet de berekeningen. Gefilterde lijst met schildelen

Hier ziet u een overzicht van de schildelen (waarvan de weergave is ingeschakeld in de sectie erboven) die worden opgenomen in de berekeningen.

Een vinkje in de kolom Gebruik wil zeggen dat het schildeel wordt opgenomen in de berekeningen. Verwijder het vinkje als u dit schildeel niet wilt laten meetellen. De andere gegevens worden ofwel uit de tekening gehaald, of zijn op basis van handmatige aanpassingen (door het schildeel te bewerken of door een nieuw virtueel schildeel te creëren). De oriëntatie van het schildeel wordt bepaald door de plaatsing ervan ten opzichte van de heliodon in de tekening.

Nieuw

Klik op de knop Nieuw om een schildeel toe te voegen. Als u een nieuw schildeel creëert om te laten opnemen in de energieberekeningen, wordt de bron automatisch op Manueel gezet, daar het een bijkomend schildeel betreft dat niet uit de tekening gehaald werd. Een dergelijk schildeel wordt daarom gezien als een virtueel schildeel.

Het dialoogvenster 'Bewerk schildelen' wordt geopend. Selecteer het Type element en de oriëntatie. Geef eventueel een Naam op en vul de R- en U-waarden van het schildeel in.

Bewerk

Klik op de knop Bewerk om het geselecteerde schildeel te bewerken. Het dialoogvenster 'Bewerk schildelen' wordt geopend. De gegevens die in dit venster worden getoond, werden ofwel uit de tekening gehaald ofwel heeft u deze manueel ingegeven. Schakel de optie Aangepast in als u huidige gegevens wenst te overschrijven.

Selecteer het Type element en de oriëntatie. Geef eventueel een Naam op en vul de R- en U-waarden van het schildeel in.

U kunt ook de Oppervlakte van de schildelen in de tekening vergroten door een waarde uit het gekoppelde record in te voegen. Om dit te doen moet er reeds een record gekoppeld zijn aan het object. Klik op de knop Parameter invoegen om een parameter met een bijkomende oppervlakte te selecteren. Doe dit om bijvoorbeeld de hoogte aan te passen van de buitenmuren die automatisch verbinden met platen/daken.

De wijzigingen worden toegepast op het schildeel in de lijst en doorgevoerd in de berekeningen.

Verwijder

Klik hier om het geselecteerde schildeel uit de lijst van weergegeven schildelen en uit de energieberekeningen te verwijderen, maar niet uit de tekening.

Selecteer in de tekening

Selecteer een schildeel in de lijst en klik op Selecteer in de tekening om de huidige instellingen te bewaren, alle dialoogvensters te sluiten en terug te keren naar de tekening. Het schildeel is geselecteerd in de tekening en er wordt ingezoomd op het geselecteerde object. Manueel ingevoerde elementen kunnen niet worden geselecteerd omdat ze enkel virtueel bestaan.

Lijst met ruimten

Hier ziet u de lijst van ruimten. Een vinkje in de kolom Gebruik wil zeggen dat de ruimte wordt opgenomen in de berekeningen. Verwijder het vinkje als u deze ruimte niet wilt laten meetellen. De andere gegevens worden ofwel uit de tekening gehaald, of zijn op basis van handmatige aanpassingen (door de ruimte te bewerken of door een nieuwe virtuele ruimte te creëren).

Nieuw

Klik op de knop Nieuw om een ruimte toe te voegen. Als u een nieuwe ruimte creëert om te laten opnemen in de energieberekeningen, wordt de Bron automatisch op Manueel gezet, daar het een bijkomende ruimte betreft die niet uit de tekening gehaald werd. Een dergelijke ruimte wordt daarom gezien als een virtuele ruimte.

Het dialoogvenster 'Bewerk ruimte' wordt geopend. Geef de ruimte eventueel een Naam en geef een waarde op voor Oppervlakte en Volume.

U kunt ook een negatieve waarde opgeven voor de oppervlakte. De betreffende ruimten zullen in dat geval geen invloed hebben op de berekeningen en u hoeft ze niet uit de tekening te verwijderen.

Bewerk

Klik op de knop Bewerk om de geselecteerde ruimte te bewerken. Het dialoogvenster 'Bewerk ruimte' wordt geopend. De gegevens die in dit venster worden getoond, werden ofwel uit de tekening gehaald ofwel heeft u deze manueel ingegeven. Schakel de optie Aangepast in als u huidige gegevens wenst te overschrijven. Als u na het overschrijven van de gegevens nog aanpassingen maakt aan de ruimten in de tekening, heeft dit geen invloed op de berekeningen.

Geef de ruimte eventueel een Naam en geef een waarde op voor Oppervlakte en Volume.

Verwijder

Klik hier om de geselecteerde ruimte uit de lijst met ruimten en uit de energieberekeningen te verwijderen, maar niet uit de tekening.

Selecteer in de tekening

Selecteer een ruimte in de lijst en klik op Selecteer in de tekening om de huidige instellingen te bewaren, alle dialoogvensters te sluiten en terug te keren naar de tekening. De ruimte is geselecteerd in de tekening en er wordt ingezoomd op het geselecteerde object. Manueel ingevoerde ruimtes kunnen niet worden geselecteerd omdat ze enkel virtueel bestaan.