Talud

2. Klik vervolgens op het object (lijn, polylijn, polygoon) dat de bovenzijde van de talud voorstelt en klik daarna op het object (lijn, polylijn, polygoon) dat de onderzijde van de talud voorstelt.

Tip: De talud die u op deze manier creëert is geen afzonderlijk objecttype, maar een groep die uit afzonderlijke lijnen bestaat. Gebruik de commando’s onder Bewerk om de groep te degroeperen of de inhoud ervan te bewerken.

Als het gereedschap Talud actief is, kunt u via de knop Instellingen in de Methodebalk het dialoogvenster ‘Talud’ openen. Bepaal hier hoe de talud getekend moet worden.

Veld	Omschrijving
Afstand	Geef de afstand tussen twee taludlijnen aan de bovenzijde van het talud op.
Aantal korte lijnen	Geef het aantal weer te geven korte lijnen tussen twee taludlijnen op. Na het aantal opgegeven korte lijnen volgt opnieuw een lange lijn, waarna de volledige reeks wordt herhaald.
Lengte korte lijnen %	Geef de verhouding van de korte lijnen ten opzichte van de tussenafstand op. De lengte wordt per lijn aangepast.
Kenmerken	Vink deze optie aan als u het talud een reeks standaardkenmerken wilt toewijzen. Pas de instellingen van het gereedschap naar wens aan.