Bladinstellingen

r

In het dialoogvenster ‘Bladinstellingen’ bepaalt u de printer, het papierformaat, de schaal en de oriëntatie van de tekening.

Om de bladinstellingen te veranderen:

1.      Selecteer het commando.

Het dialoogvenster 'Tekenformaat' wordt geopend.

2.      Klik op de knop Bladinstellingen.

Bepaal in het geopende dialoogvenster de instellingen voor de opgegeven printer.

3.      Door de schaal te wijzigen, wordt de volledige tekening met een bepaald percentage verschaald. Opgelet: voor deze instellingen zijn er enkele verschillen tussen Mac en Windows. Om de schaal op Mac aan te passen, dient u in het dialoogvenster ‘Pagina-instelling’ de optie ‘Vectorworks’ te selecteren in plaats van ‘Paginakenmerken’.

Wanneer u op Mac een andere printer selecteert bij de Bladinstellingen, wijzigt u alleen de pagina-instelling. Om de tekening af te drukken met een andere printer, dient u de Systeemvoorkeuren van Mac te gebruiken.