Stations op de polylijn plaatsen

Op de gecreëerde aslijn moet u nu stations (bakens) plaatsen op een afstand met vast interval.

2. Het dialoogvenster ‘Stations op polylijn’ wordt geopend. Hoofdstations worden door het commando automatisch op een afstand van 30,48m van elkaar geplaatst. Het interval van de tussenstations kunt u daarentegen vrij bepalen. Geef een waarde op in het veld Interval tussenstations en kies hoe u de curvegegevens wenst weer te geven.

Veld	Omschrijving
Interval tussenstations	Geef een positieve waarde op voor het interval voor de opeenvolgende tussenstations.
Plaats curvegegevens in tekening	Selecteer deze instelling om curvegegevens te plaatsen bij elke curve van de polylijn. Volgende curvegegevens worden weergegeven:
Plaats curvegegevens in rekenblad	Selecteer deze instelling om de curvegegevens van de polylijn in een rekenblad op te nemen.
Geen curvegegevens	Selecteer deze instelling om geen curvegegevens bij te houden en geen tangentiële hulplijnen te tekenen.

Als u dit commando voor de eerste keer gebruikt, verschijnt het dialoogvenster ‘Baken’ automatisch. Stel de standaardwaarden in. De instellingen van de stations kunt u later aanpassen in het Infopalet. Voor een overzicht van alle parameters, zie Bakens invoegen.

Bij elk station is een gegevenslabel geplaatst. Als u de instelling Plaats curvegegevens in tekening selecteerde, worden ook de curvegegevens weergegeven. Indien nodig, kunt u deze gegevens wijzigen en verplaatsen.

3. Alle bakens staan momenteel op dezelfde hoogte als het terreinmodel; in de volgende stap stelt u de hoogte van de bakens in zoals beschreven in Bakens verticaal uitlijnen.