Werkgrens d.m.v. nivellering

Met dit commando creëert u automatische een werkgrens rond een geselecteerd terreinmodelbewerkingsobject, bijvoorbeeld een nivellering. De werkgrens wordt dan aangemaakt op een vaste afstand van de nivellering of op een variabele afstand volgens een hellingshoek. De werkgrens berekent de nodige aanvullingen en afgravingen, zodat een constante helling wordt gerealiseerd (een ‘batter slope’).

1. Selecteer het te gebruiken terreinbewerkingsobject. Geschikte hiervoor zijn nivelleringen, wegen, bouwvolumes en keermuren.

Het dialoogvenster ‘Werkgrens d.m.v. nivellering’ verschijnt. Stel de parameters voor de werkgrens in.

Veld	Omschrijving
Creëer d.m.v.
Afstand	Selecteer deze instelling om een werkgrens te creëren op een vaste afstand van de nivellering.
Helling	Selecteer deze instelling om een werkgrens te creëren op een variabele afstand van de nivellering bepaald door de opgegeven helling.
(Max.) Afstand	Geef de afstand op. Als u de instelling Helling selecteerde, is deze afstand de maximumafstand.
Omschrijving helling	Geef aan hoe u de hellingsgraad wenst uit te drukken: ● Hoek - geef een waarde op in graden, radialen of decimale graad (vb.: 26,7°) ● Stijging over afstand - geef de verticale afstand ten opzichte van de horizontale afstand op (vb.: 1:3) ● Procent: geef een stijgingspercentage op (vb.: 50%).
Max. helling	Geef de maximumhoek op.
Nauwkeurigheid helling
Controlepunten toevoegen	Vink deze optie aan om controlepunten toe te voegen.
Afstand	Geef de onderlinge afstand op. Hoe kleiner de waarde, hoe langer de rekentijd.

3. Om de wijziging te zien moet u het terreinmodel bijwerken. Selecteer het terreinmodel en klik in het Infopalet op de knop Bijwerken.