In de meeste gevallen zal een zichtvenster met rendering ‘Achterliggende lijnen verbergen’ ofwel een 2D-component ofwel een 3D-component van een symbool weergeven. Dit hangt af van de positie van het zichtvenster ten opzichte van het schermvlak en het aan- of uitstaan van de functie Toon 2D-componenten. Soms kan het echter nodig zijn om de 3D-component (of bepaalde delen van de 3D-component) te combineren met een of meer 2D-componenten. Bewerk de symbooldefinitie om een dergelijke samengestelde weergave te bekomen.
Om de 2D- en 3D-componenten samen weer te geven:
1. Als de bewerkmodus nog niet is ingeschakeld, klikt u met rechts op de symbooldefinitie in het Hulpbronnenbeheer of op het symbool in de tekening. Selecteer dan het commando Bewerk 3D-gedeelte in het contextmenu (zie 2D-componenten creëren voor symbooldefinities en parametrische objecten).
2. Als u enkel bepaalde delen van de 3D-component wilt selecteren, klikt u met rechts op de component en selecteert u het commando Bewerk in het contextmenu.
3. Selecteer de 3D-component, of specifieke delen van de 3D-component, die u samen met de 2D-component wilt weergeven.
4. Klik op de knop Weergave met 2D-componenten in het Infopalet.
Het dialoogvenster ‘Weergave met 2D-componenten’ wordt geopend.
5. Selecteer de 2D-componenten die u in zichtvensters samen met de 3D-component wilt weergeven. De geselecteerde 2D-componenten worden weergegeven in zichtvensters met verborgen achterliggende lijnen wanneer die componenten loodrecht op het schermvlak liggen.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~