Er zijn twee afzonderlijke rastersystemen in Vectorworks voor het uitvoeren nauwkeurig tekenwerk: het grijpgrid en het referentiegrid.
Het grijpgrid helpt u bij het nauwkeurig tekenen en positioneren van objecten. Als u inzoomt ziet u dat het grijpgrid wordt weergegeven als kleine stippen, afhankelijk van de schaal van het grijpgrid. Gebruik het grijpgrid in combinatie met de functie Grijp naar grid in het Restrictiepalet. De cursor “grijpt” automatisch naar elk interval op het grijpgrid wanneer u de cursor over uw scherm beweegt. Ook objecten die u creëert of verplaatst met de muis zullen naar het grid grijpen.
U kunt sneltoetsen gebruiken om objecten op het grijpgrid te verplaatsen. Zie Voorkeuren Vectorworks: tabblad Tekenmethode voor meer informatie.
Het referentiegrid is normaal zichtbaar op het scherm (afhankelijk van de zoomfactor en de afmetingen van het grid). Het handigste is als u het referentiegrid overeenkomstig de schaal van de laag instelt.
Afhankelijk van de tekening kunnen het grijpgrid en het referentiegrid dezelfde of een verschillende schaal hebben. Ter illustratie: als u keukenkasten wilt tekenen met een tolerantie van een tiende van een centimeter, stel het grijpgrid dan in op 1:10. Dezelfde waarde voor het referentiegrid zorgt echter voor te veel gridlijnen in de tekenzone, wat het moeilijker maakt om te tekenen. Stel het referentiegrid bijvoorbeeld in op 1cm. Zo ziet u slechts één lijn per centimeter.
Stel bij het openen van een nieuw bestand het grijp- en referentiegrid in volgens de schaal van de tekening. Zie Grijp naar grid Indien gewenst, kunt u de kleur van het referentiegrid bewerken. Zie Instellingen grafische onderdelen.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~