Commando |
Werkomgeving: Locatie |
Creëer autohybride object |
● Vectorworks Architectuur: Architectuur ● Vectorworks Landschap: Landschap > Architectuur ● Vectorworks Spotlight: Spotlight > Architectuur |
Voer dit commando uit om 3D-objecten om te zetten naar autohybride objecten. In 2D/Planaanzicht wordt het 2D-gedeelte van het object weergegeven en in alle andere aanzichten en projecties het 3D-gedeelte. Dit is vooral belangrijk voor wie werkt volgens een BIM-workflow en voor wie zijn modellen rechtstreek in 3D opbouwt, maar daarnaast ook plantekeningen nodig heeft. De instellingen van autohybride objecten geven u namelijk meer controle over hoe uw 3D-objecten er in 2D zullen uitzien en maken het mogelijk om, terwijl u in 3D ontwerpt, ook mooie 2D-plannen te maken. U bepaalt hoe de delen op het snijvlak, onder het snijvlak en boven het snijvlak zullen worden weergegeven.
Een alternatieve workflow is om symbolen en parametrische objecten te voorzien van 2D-componenten die worden weergeven in zichtvensters met rendering ‘Achterliggende lijnen verbergen’ (zie Concept: 2D-componenten voor symbooldefinities en parametrische objecten). Deze functionaliteit is niet beschikbaar voor hybride objecten. Bovendien bieden snedevensters de mogelijkheid om delen van 3D-objecten achter/onder en/of voor/boven het snijvlak te tonen (zie Snedevensters creëren).
Om een autohybride object te creëren:
1. Selecteer het 3D-object dat u naar een autohybride object wenst om te zetten.
Extrusies, conische extrusies, meervoudige extrusies, extrusies langs een pad, 3D-polygonen, wentelingen, draadwerkobjecten, volumes, NURBS-oppervlakken, zuivere 3D-objecten en 3D-parametrische objecten zijn hiervoor geschikte objecten.
2. Selecteer in de Weergavebalk het aanzicht 2D/Plan (of druk in het numeriek klavier op 0).
De instellingen voor de 2D-weergave van een autohybride object zijn alleen zichtbaar in 2D/Planaanzicht.
3. Wanneer de objecten geselecteerd zijn, selecteert u het commando.
4. Het object wordt naar een autohybride object omgezet.
5. Om te bepalen waar het snijvlak valt en hoe het autohybride object zal worden weergegeven, klikt u in het Infopalet op de knop 2D-weergave.
Het dialoogvenster ‘Autohybride object’ verschijnt. Klik op het tabblad ‘Snijvlak’.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
6. Tabblad Onder snijvlak
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
In het Infopalet is het snijvlak standaard ingesteld op een hoogte van 1000mm, maar u kunt deze waarde manueel aanpassen. Selecteer of u de 2D-weergave of de hybride weergave voor het autohybride object wenst te gebruiken.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~