DesignSeries00001.pngRuimtes creëren met het gereedschap Ruimte

Gereedschap

Gereedschappenset

Ruimte

space_tool.png 

        Ruimtelijke planning

        Architectuur

Vervolgens kunt u alle elementen van de ruimte gedetailleerd bepalen, zoals de naam, nummering, bestemmingsfunctie, afwerking, hoogte enzovoorts. Het label dat u bij de ruimte plaatst, kan een standaardsymbool of een symbool op maat zijn waarin u alle gewenste informatie laat opnemen. De oppervlakte, het volume en de omtrek van de ruimtes worden automatisch berekend.

Het gereedschap Ruimte is beschikbaar voor Vectorworks Landschap en Spotlight, maar is niet opgenomen in deze werkomgevingen. Zie Werkomgevingen creëren en bewerken om het gereedschap zelf aan de werkomgevingen van de modules Landschap en Spotlight toe te voegen.

Gebruik het gereedschap Naam plaats (eenvoudig) in de set Aanduidingen om een eenvoudig tekstlabel bij de ruimte te voegen, zonder specificatie van de afwerking, de oppervlakte of de GSA- en IFC-gegevens van de ruimte.

Om met het gereedschap Ruimte een ruimte te creëren die niet door muren wordt begrensd, gebruikt u de methodes D.m.v. rechthoek of D.m.v. polylijn. Als uw tekening reeds muren bevat, selecteert u de methode D.m.v muren of D.m.v opvulling om een ruimte te creëren die begrensd wordt door een reeks zichtbare muren.

space_modes.png 

Parameter

Omschrijving

Vinkje

Klik op het vinkje om de operatie uit te voeren.

Deze knop is alleen beschikbaar wanneer de methode D.m.v. muren is ingeschakeld.

D.m.v. muren

Kies deze methode om de ruimte af te leiden op basis van de aangeklikte muren.

D.m.v. opvulling

Kies deze methode om een ruimte te creëren door middel van een oppervlak dat begrensd is door muren.

D.m.v. rechthoek

Kies deze methode om een ruimte te creëren door middel van een rechthoek.

D.m.v. polygoon

Kies deze methode om een ruimte te creëren door middel van een polygoon. Dit activeert een reeks secundaire methodes in de Methodebalk waarmee u het type controlepunten bepaald.

Instellingen opnemen

Kies deze methode om de instellingen van een bestaande ruimte te kopiëren en ze daarna aan een andere ruimte toe te kennen.

U kunt bepalen welke instellingen wel en niet worden opgenomen (zie Ruimte Instellingen Categorie Geavanceerd voor meer informatie).

Instellingen toekennen

Kies deze methode om de opgenomen instellingen van een bestaande ruimte toe te kennen aan een andere ruimte.

Door de ctrl-toets (Windows) of de Option-toets (Mac) in te drukken, kunt u wisselen tussen Instellingen opnemen en Instellingen toekennen.

Tekenmethodes polylijn

Selecteer volgens welke methode u de polylijn wilt tekenen (zie Polylijnen tekenen). De ruimte wordt op deze polylijn gebaseerd.

Actieve symbool

Selecteer via de Hulpbronnenkiezer een ruimtestijl. Dubbelklik op een hulpbron om deze te activeren.

Instellingen

Klik op deze knop om de standaardwaarden voor toekomstige ruimtes in te stellen (zie Ruimte Instellingen).

 

Spaces_att.png 

Ruimtes creëren door middel van geselecteerde muren

Methode

Gereedschap

Gereedschappenset

D.m.v. muren

Space_PickedWalls_mode.png 

Ruimte

space_tool00006.png 

        Ruimtelijke planning

        Architectuur

Om een ruimte te creëren door middel van muren:

1.      Activeer het gereedschap.

2.      Volg een van onderstaande werkwijzen:

        Om een bestaande ruimtestijl te gebruiken, klikt u op het veld Actieve symbool. De Hulpbronnenkiezer wordt geopend. Kies de gewenste hulpbron en dubbelklik hierop om deze te activeren.

        Stel in het Kenmerkenpalet de 2D-kenmerken in voor de ruimte (vulling, lijn, dekking en lijndikte). Klik vervolgens op de knop Instellingen om de standaardinstellingen voor ruimtes aan te passen.

3.      Klik op de methode D.m.v. muren.

4.      Klik de muren aan die de begrenzing van de ruimte vormen. Druk dan op Enter of klik op het vinkje in de Methodebalk. De ruimte wordt gecreëerd en is automatisch gekoppeld aan de bijbehorende muren.

5.      Voeg specifieke informatie toe aan de ruimte.

Ruimtes creëren door middel van opvulling

Methode

Gereedschap

Gereedschappenset

D.m.v. opvulling

Space_InnerBoundary_mode.png 

Ruimte

space_tool00007.png 

        Ruimtelijke planning

        Architectuur

Of selecteer Architectuur > Ruimtelijke planning > Ruimtes d.m.v. Muren om ruimtes te creëren op basis van een reeks gesloten muren op een bepaalde ontwerplaag (zie Ruimtes creëren d.m.v. muren).

Om een ruimte te creëren door middel van opvulling:

1.      Activeer het gereedschap.

2.      Volg een van onderstaande werkwijzen:

        Om een bestaande ruimtestijl te gebruiken, klikt u op het veld Actieve symbool. De Hulpbronnenkiezer wordt geopend. Kies de gewenste hulpbron en dubbelklik hierop om deze te activeren.

        Stel in het Kenmerkenpalet de 2D-kenmerken in voor de ruimte (vulling, lijn, dekking en lijndikte). Klik vervolgens op de knop Instellingen om de standaardinstellingen voor ruimtes aan te passen.

3.      Klik op de methode D.m.v. opvulling.

4.      Klik op een plaats die volledig door muren is omsloten. Zorg dat deze muren zichtbaar zijn, aan elkaar verbonden zijn en zich op lagen bevinden met dezelfde schaal als de laag van de ruimte. De ruimte wordt gecreëerd en is automatisch gekoppeld aan de bijbehorende muren.

5.      Voeg specifieke informatie toe aan de ruimte.

Ruimtes tekenen met het gereedschap Ruimte

Methode

Gereedschap

Gereedschappenset

        Rechthoek

Space_Rectangle_mode.png 

        Tekenmethodes Polylijn

Space_Polyline_mode.png 

Ruimte

space_tool00008.png 

        Ruimtelijke planning

        Architectuur

Om een ruimte te tekenen met het gereedschap Ruimte:

1.      Activeer het gereedschap.

2.      Volg een van onderstaande werkwijzen:

        Om een bestaande ruimtestijl te gebruiken, klikt u op het veld Actieve symbool. De Hulpbronnenkiezer wordt geopend. Kies de gewenste hulpbron en dubbelklik hierop om deze te activeren.

        Stel in het Kenmerkenpalet de 2D-kenmerken in voor de ruimte (vulling, lijn, dekking en lijndikte). Klik vervolgens op de knop Instellingen om de standaardinstellingen voor ruimtes aan te passen.

3.      Selecteer de methode Rechthoek of de methode Polylijn. Indien u kiest voor een polylijn, selecteer dan ook het gewenste type controlepunten.

4.      Teken de ruimte als volgt:

        Voor een rechthoekige ruimte klikt u een eerste maal om het beginpunt te bepalen en daarna een tweede maal om de rechthoek te voltooien en de ruimte te creëren.

        Voor een ruimte in de vorm van een polylijn, klikt u een eerste maal om het beginpunt te bepalen. Bij elke volgende muisklik plaatst u een bijkomend controlepunt. Klik opnieuw op het beginpunt om de polylijn te beëindigen en de ruimte te creëren.

De ruimte wordt gecreëerd volgens de opgegeven instellingen en kenmerken.

5.      Voeg specifieke informatie toe aan de ruimte.

Informatie toevoegen aan ruimtes

Nadat u alle ruimtes heeft gecreëerd, kunt u bepaalde ruimtes selecteren en via het Infopalet voorzien van meer informatie, bijvoorbeeld een naam of details over de afwerking. De instellingen die vaak worden aangepast, zijn beschikbaar op het tabblad ‘Object’. Om toegang te krijgen tot alle instellingen van de ruimte klikt u op de knop Instellingen.

In de categorie Geavanceerd van het instellingenvenster bepaalt u welke instellingen zichtbaar zullen zijn in het Infopalet. Zie Ruimte Instellingen Categorie Geavanceerd voor meer informatie hierover.

Instellingen overnemen naar andere ruimtes

Methode

Gereedschap

Gereedschappenset

        Instellingen opnemen

Space_PickUpAttributes_mode.png 

        Instellingen toekennen

Space_ApplyAttributes_mode.png 

Ruimte

space_tool00009.png 

        Ruimtelijke planning

        Architectuur

Als u ruimtes wilt creëren met gemeenschappelijk eigenschappen, zoals de naam en de afwerking, kunt u deze instellingen opnemen van een bestaande ruimte en ze toekennen aan de andere ruimtes.

Om eigenschappen over te nemen naar andere ruimtes:

1.      Activeer het gereedschap en klik op de knop Instellingen.

2.      Klik in het instellingenvenster op de categorie Geavanceerd.

3.      Vink in de lijst ‘Instellingen pipet’ de eigenschappen aan die u wilt overnemen (zie Ruimte Instellingen Categorie Geavanceerd voor meer informatie).

4.      Selecteer de methode Instellingen opnemen in de Methodebalk. Klik op de ruimte waarvan u de instellingen wilt opnemen.

5.      Selecteer vervolgens de methode Instellingen toekennen in de Methodebalk en klik op elke ruimte waaraan u de opgenomen instellingen wilt toekennen.

Door de ctrl-toets (Windows) of de Option-toets (Mac) in te drukken, kunt u snel wisselen tussen de methodes Instellingen opnemen en Instellingen toekennen.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Ruimte Instellingen

Omtrek van ruimtes bewerken