Online videotraining: Navigeren in de structuur van een tekening
Online videotraining: Aanmaken en gebruiken van klassen
Online videotraining: Aanmaken en gebruiken van presentatielagen
|
|
Online videotraining: Navigeren in de structuur van een tekening Online videotraining: Aanmaken en gebruiken van klassen Online videotraining: Aanmaken en gebruiken van presentatielagen |
In Vectorworks bestaan twee soorten lagen, elk met hun eigen doel:
● Ontwerplagen bevatten de tekenobjecten en dienen om de elementen van een project te tekenen en vorm te geven. U kunt ze opeenstapelen, tijdelijk verbergen, verschalen en reorganiseren. Ontwerplagen hebben een fijne grijze rand (indien de paginarand word weergegeven).
● Presentatielagen dienen om de eindversie van een tekening te presenteren. Ze kunnen zichtvensters, bladkaders, opmerkingen en andere aanduidingen bevatten. Presentatielagen hebben steeds een schaal van 1:1 en zijn qua zichtbaarheid en weergave vast ingesteld op respectievelijk ‘Toon alleen actieve’ en ‘2D/Planaanzicht’ (zie Zichtvensters op presentatielagen creëren). Voor de zichtvensters zelf kunt u wel een andere schaal, weergave, rendering, enz. kiezen. Presentatielagen hebben een brede grijze rand die de printmarge voorstelt.
Lagen hebben bepaalde kenmerken die worden aangewend bij het tekenen en het organiseren van bestanden:
● Ontwerplagen worden standaard gestapeld in de volgorde van creatie (nieuwe lagen komen bovenop de stapel). U kunt deze volgorde wel veranderen. Dit zorgt ervoor dat alle objecten per laag naar een andere locatie worden overgebracht zonder dat de objecten op zich of hun plaats op de laag veranderen.
● U kunt de afstand tussen de lagen zelf bepalen, zodat de lagen niet gewoon plat op elkaar liggen. Voor ontwerplagen kunt u bovendien standaardhoogtes opgeven voor de objecten op die op laag liggen. Op die manier creëert u een natuurlijke organisatie binnen een project voor objecten op verschillende verdiepingen of op verschillende hoogtes op een verdieping.
● Ontwerplagen kunnen zichtbaar, onzichtbaar of grijs worden weergegeven. Door met de zichtbaarheid te spelen kunt u ontwerplagen creëren waarvan de objecten steeds zichtbaar zijn, of lagen waarvan de objecten enkel in bepaalde gevallen zichtbaar zijn. Dankzij deze mogelijkheid hoeft u niet steeds nieuwe objecten te creëren. Op presentatielagen is steeds enkel de actieve laag zichtbaar.
● Per ontwerplaag, en zichtvensters op een ontwerplaag (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist), kunt u een schaal bepalen. Hierdoor kunt alle aspecten van een project weergeven, van terreinmodel tot details.
● Ontwerplagen hebben de mogelijkheid tot 3D-weergave. Bijvoorbeeld, als u voor elke verdieping van een huis (van kelder tot dak) een aparte ontwerplaag voorziet, kunt u niet alleen het 2D-plan voor elk van de lagen/verdiepingen printen, maar ook de ontwerplagen samen in 3D bekijken. U krijgt in dat geval het model van een compleet huis.
● U kunt zichtvensters gebruiken om verschillende weergaven van een en dezelfde tekening te maken, zowel op ontwerplagen (Vectorworks-uitbreidingsmodule vereist) als op presentatielagen. In een zichtvenster toont u bijvoorbeeld een gebouw in 2D/Planaanzicht en in een ander zichtvenster datzelfde gebouw maar in 3D of vanuit een ander perspectief. De oorspronkelijke ontwerplagen blijven ongewijzigd.
● Op specifieke ontwerplagen die reeds in een ander Vectorworksbestand bestaan, kunt u een abonnement nemen samen met de klassen en hulpbronnen van die lagen, alsook de hulpbronnen uit het geabonneerde bestand. Wanneer u het bronbestand wijzigt, wordt automatisch ook het doelbestand aangepast. Zie Concept: Abonneren op lagen.
● Vectorworks Architectuur biedt u de mogelijkheid om ontwerplagen te koppelen aan bouwlagen met objecten. Bouwlagen vertegenwoordigen vaste hoogtewaarden in een model. Ontwerplagen kunnen zich daarentegen op verschillende hoogtes ten opzichte van een bouwlaag bevinden. Dankzij deze organisatiemethode wordt het veel makkelijker om de verschillende lagen van een gebouw en de bijbehorende objecten zoals muren en kolommen te beheren. Zie 3D-model opmaken met bouwlagen.
● In Vectorworks Architectuur kunt u zelf de hoogte van het snijvlak op een ontwerplaag bepalen. Bij de creatie van een snijvlak worden alle autohybride objecten, structuurelementen, muren, vliesgevels (inclusief objecten zoals ramen die zich in de muur bevinden) en muurobjecten volgens hun snedeweergave getoond. Deze weergave kunt u per klasse instellen of voor elk element afzonderlijk bepalen bij de objectinstellingen.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~