Grijp naar zijde

Met deze restrictie vindt de Intelligente aanwijzer punten op een opgegeven zijde of op een bepaalde afstand van een opgegeven zijde. De zijden van lineaire 2D-geometrie, boogsegmenten, gebogen polylijnsegmenten alsook 3D-segmenten en bogen komen hiervoor in aanmerking. Eenmaal u de zijde heeft geselecteerd, kunt u er horizontaal, verticaal of onder een bepaalde hoek (met behulp van referentielijnen en aanwijzingen van de Intelligente aanwijzer) op uitlijnen. Met deze restrictie is het ook mogelijk te grijpen naar een punt op een zijde als de optie Dichtstbijgelegen punt op rand is uitgeschakeld.

Een dergelijke zijde stelt u in door traag met de aanwijzer over een zijde van een 2D-object te bewegen gedurende het opgegeven aantal seconden. OF: druk op de T-toets terwijl u met de aanwijzer op de zijde staat. Wanneer de zijde is ingesteld wordt dit aangegeven door een onderbroken referentielijn.

U kunt tot twee zijden instellen om naar te grijpen. Als u daarna nog nieuwe zijden instelt, zullen de oudste zijden worden vervangen. Schakel de zijde uit door opnieuw traag over de zijde te bewegen met de aanwijzer of druk opnieuw op de T-toets.

2. Indien u de instellingen wilt aanpassen, dubbelklikt u op het gereedschap of gaat u naar Extra > Instellingen Intelligente aanwijzer.

Het dialoogvenster ‘Instellingen intelligente aanwijzer’ wordt geopend. Stel in de categorie Grijp naar zijde de parameters in om te grijpen naar zijden.

Veld	Omschrijving
Zwevende zijde automatische toekennen na … sec.	Vink deze optie aan om een objectrand automatisch met een referentielijn te verlengen als u de aanwijzer gedurende de opgegeven tijd op een zijde stilhoudt. OF: U kunt de referentielijnen ook laten verschijnen door op de T-toets te drukken, zelfs als deze optie niet ingeschakeld is.
Grijp naar bissectrice tussen 2 referentielijnen	Vink deze optie aan om de bissectrice van twee snijdende referentielijnen weer te geven.
Grijp naar // afstand	Vink deze optie aan om een evenwijdige grijpafstand ten opzichte van de referentielijnen op te geven. In het invoerveld voert u een waarde in voor de evenwijdige grijpafstand.
Grijp naar referentielijnen	Vink deze optie aan om weer te geven dat de grijppunten volgens een rechte hoek uitgelijnd zijn ten opzichte van of evenwijdig aan een referentielijn.