U kunt de met de aanwijzer onder andere de positie van de Renderworkscamera en de kijkhoek veranderen.
Om de positie van de camera te wijzigen:
1. Selecteer de camera en klik in het Infopalet op de knop Instellingen aanzicht.
Het dialoogvenster ‘Instellingen aanzicht’ wordt geopend. Gebruik de schuifregelaars of geef een waarde in voor de verschillende instellingen. Wijzigingen worden automatisch doorgevoerd in de tekening. Om wijzigingen interactief te bekijken verandert u de schuifregelaars en rendert u in draadstructuur of OpenGL.
Voor Hoogte, Afstand camera-mikpunt en Kantelhoek is het bereik van de schuifregelaar evenredig met de weergegeven waarde. Om het bereik te vergroten, voert u een grotere waarde in.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
2. Indien gewenst, kunt een camera dupliceren om bijkomende camera-aanzichten in te voegen. De vul- en lijnkenmerken voor de 2D-weergave van de camera stelt u in via het Kenmerkenpalet. Hierbij dient u voor- en achtergrondkleuren te specificeren. Controlepunten zijn voorzien om de kijkhoek, het mikpunt en de locatie van de cameranaam aan te passen.
Vul-/lijnkleur kenmerk |
Parameter |
Vulling voorgrondkleur |
Kleur voor het kijkveld wanneer de camera hoger ligt dan het mikpunt. |
Vulling achtergrondkleur |
Tekstkleur voor de naam van de camera. |
Lijn voorgrondkleur |
Kleur voor de lijn die de camera met het mikpunt verbindt én voor de 3D-weergave van de camera zelf. |
Lijn achtergrondkleur |
Kleur voor de lijnen die de kijkhoek aangeven. |
Het verschil tussen de kijkhoek en de lenshoek neemt toe naarmate het verschil tussen de hoogte van de camera en de hoogte van het mikpunt toeneemt. Wanneer de camera en het mikpunt op gelijke hoogte liggen, is de lijn die de lenshoek aangeeft (standaard een grijze stippellijn) niet zichtbaar.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~