Vectorworks en AutoCAD kennen grotendeels dezelfde concepten; soms hanteren ze echter verschillende termen, wat ken leiden tot verwarring bij gebruikers van AutoCAD/Revit die pas met Vectorworks aan de slag gaan. Daarbij bestaan er voor sommige functies in Vectorworks geen equivalenten in AutoCAD/Revit, en omgekeerd.
Lagen in Vectorworks komen bijvoorbeeld niet overeen met “layers” in AutoCAD/Revit (het equivalent hiervoor zijn de klassen in Vectorworks). Vectorworks lagen zijn vergelijkbaar met bladen papieren die bovenop elkaar liggen en waarbij u de tekenobjecten op elke laag kunt zien en bewerken, of alleen die op de huidige laag. Net zoals wanneer u tekent met de hand, heeft elke ontwerplaag van een Vectorworks tekening een bepaalde schaal. Presentatielagen, waarop u zichtvensters kunt creëren, hebben steeds een schaal van 1:1 en zijn het equivalent van de “paper space”.
Wanneer u in Vectorworks een gereedschap kiest, blijft dit actief tot u een ander gereedschap selecteert.
De Vectorworks-handleiding bevat een lijst in PDF-formaat met alle commando’s en gereedschappen uit het programma, samen met hun locatie in de werkomgeving. Elke sectie in de handleiding over een bepaald gereedschap of commando vertelt u waar in het programma u het gereedschap/commando kunt terugvinden. Andere handige secties in de handleiding zijn: Organisatie van de tekening, Vormen creëren, Objecten bewerken en Weergave van het ontwerp.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen